“In het ene landschap was ik het vorige vergeten, zoals je op straat onafgebroken gezichten ziet, die je onafgebroken vergeet” ― Harry Mulisch, Twee vrouwen v.l.n.r. Tine & Jannewietske |
Alle informatie over onze jaarlijkse Reünie en nog veel meer belangrijk Hylper Erfgoed
zaterdag 26 januari 2019
Twee Vrouwen
zondag 29 april 2018
De foto's van de 47ste Reunie Hylpers fan Hirre en Omutens 2018
Hindeloopen - De meeste reunisten zijn bij aankomst in Gemeenschapcentrum de Foeke in beeld gebracht door ons commissielid Piet Klaaren. Door op deze foto te klikken kunt u zijn fotoalbum bekijken.
maandag 29 mei 2017
vrijdag 1 april 2016
Column uitgesproken door Wilt Kelderhuis op Reünie nr 44 (2015)
Men zegt vaak dat persoonlijk geluk vooral bepaald lijkt te worden door de plaats wordt waar je wieg heeft gestaan. Voor kinderen die niet geboren zijn in Hindeloopen, maar een ouder of ouders hebben afkomstig uit Hindeloopen geldt dat misschien wel dubbelop.
Mijn moeder was Annie de Boer - één van de tweeling Annie en Jannie van PietesYke, de slachter. Zij trouwde met mijn vader Joost Kelderhuis uit Workum en na de trouwerij vertrokken zij in 1953 naar Rotterdam, waar ik in 1957 ben geboren.
Vanaf dat moment werden jaarlijks vele korte vakanties en grote delen van de zomer als útfanhuzers doorgebracht in Hylpen, bij - in ons geval- pake en beppe. Pieter en Yke waren Koudumers van origine, dus helaas geen Ame en Oate. Zij waren ruimhartig en we mochten altijd komen logeren. Enige voorwaarde van hen was stipt om 12.00u 's middags en 18.00u thuis zijn voor het eten. De enige beperking die ik destijds ervoer in Hylpen.
Geweldig indrukwekkende, heerlijk en vooral kindvriendelijke vakanties met onvoorstelbaar veel mogelijkheden en plezier. En dat alles in een nostalgische omgeving en atmosfeer die mij als stadskind eigenlijk vreemd waren. Maar wat voelde ik me veilig, thuis en wat waren de dagen kort. Dit alles zette zich definitief plezierig in mijn hoofd vast. Ik denk overigens dat de vele útfanhuzers die Hindeloopen vaak telde, dit met mij kunnen delen. Maar ik.... had het wel heel erg!
In ons nog autoloze tijdperk van ons gezin reisden we per trein en aansluitend werd de boot Enkhuizen -Stavoren genomen. Het voelde- ook vanwege de reisduur- als emigranten in eigen land op weg naar het beloofde land.. Later bracht de eerste volkwagen kever ons over de afsluitdijk. Bij heldere dagen ontstond in de auto de strijd om als eerste de Hylper toer te kunnen ontwaren op de vaag zichtbare Friese kustlijn.. We waren er dan bijna en mijn ouders schakelden ongemerkt over van het Nederlands naar het Fries en Hylpers. Zij leken plezierig mee te veranderen in de omgeving, die hen ook zo vertrouwd was.
Helaas voor mij was iedere eerste Hylper vakantiedag echter een zware beproeving. Oma Kelderhuis woonde in Workum en daar werd de eerste dag aan besteed. Verveeld en onrustig zag ik uit naar het einde van die verspilling van de kostbare tijd, wetende dat Hylpen op loopafstand bereikbaar zou zijn. Ik ontwikkelde toen al een moeizame relatie met Workum, wat naar mij later bleek, een veel voorkomende eigenschap is van menig rechtgeaarde Hylper.
Ook beproevingen komen echter tot een eind en eindelijk rond de klok van 18.00u reed de kever Workum uit. De auto vulde zich met de heerlijke lucht van de grasdrogerij en bij de neergang Workum uit kon je de toren nu helemaal in vol ornaat zien. Die combinatie leek een jubelende toegangspoort naar waar ik voor was gekomen: Hylpen!
Mijn meest favoriete bezigheid was met de boer mee. Jolling Smid en Wiebe de Boer en Jeddy Klaaren ben ik daarvoor nog steeds eeuwig dank verschuldigd. Duizend herinneringen en ik noem een paar.
's Zomers liggend bovenop de hoog opgediste hooiwagens, die zacht schuddend werden voortgetrokken door een zwaar trekkend span paarden. De veulens liepen los met hun moeders kris kras over de weg mee, want er hoefde natuurlijk nog geen rekening gehouden te worden met verkeer. En in de herfst ....kwam het vee op stal . De kudde koeien werd Hylpen ingedreven terwijl de weinige voortuin bezitters staande voor hun tuintje ongenode gasten trachtten te verdrijven. Eén voor één gingen ze het Buthus in waarvan de wanden daags te voren waren beplakt met oude kranten, om te boel wat schoon te houden. Die heerlijke warmte en knusheid van een gevulde Friese stal met de mooiste speelplek die je kon bedenken: de zolder en de gevulde hooigollen.
Daarnaast waren er natuurlijk de dagen aan het strand, zwemmen bij Ids, springen van het havenhoofd, doerdebouten halen uit de Stoenckherne. Het patatluikje bij de Smikkel en mogelijk geluk van een tweede ijsje bij de patatkraam van Iege Amsterdam, als op het stokje Martini IJs verscheen. Veel snoep voor weinig geld bij Ruurd en Siep, waar je overigens ook bijna ieder jaar weer een hengeltje met toebehoren kocht.
Zelfs poepen kon in Hylpen een bijzonder avontuur zijn. Dat deed je op een tonnetje en op sommige adressen was daar geen toiletpapier maar gescheurde kranten of een veel te gladde radiogids.
Onuitwisbaar geluk voor een jongetje uit de Muurbloemstraat, drie hoog Schiebroek, gemeente Rotterdam.
Abonneren op:
Posts (Atom)